20 FEBRUARI 1978. 394 (Avond) gedeelte daarbij niet uit het oog wordt verloren. Wij anticiperen op een mogelijke toekomstige ver- keerscomputer die dan ook op zijn verkeersfuncties en op de financiële investering zal moeten worden beoordeeld. Om deze mogelijkheden voor de toekomst te behouden is het verstandig s morgens het in gaand verkeer en 's avonds het uitvallend verkeer in de binnenstad te koppelen. Vervolgens wil ik nog wat aandacht besteden aan de financiële vertaling van deze zeer uitge breide plannen die een investering van tientallen miljoenen vergen. Door de cijfermatige vertaling van uw voorstel in de onderhavige nota wordt een duidelijk inzicht gegeven in de financiële conse quenties van de te nemen besluiten. Zoals het col lege constateert beschikt de gemeente slechts over beperkte middelen en een belangrijk deel van de uitvoering van de plannen is daarom volstrekt af hankelijk van de mate, waarin door de rijksoverheid subsidies worden verleend. Doordat op dit moment nog geen enkele zekerheid bestaat over de hoogte van die te verkrijgen subsidies zal het college bij de uitvoering van de plannen de grootst mogelijke voorzichtigheid moeten betrachten. Beheersing van de uitgaven door de rijksoverheid zal ook deze rijksoverheid er in de komende jaren toe dwingen bezuinigingsoperaties uit te voerenhetgeen ook van invloed zou kunnen zijn op de aan de gemeenten te verlenen subsidies. De uitvoering van de plan nen dient daarom over op elk moment afrondbare on derdelen te beschikken, bij welke afronding de visuele aspecten nadere aandacht verdienen. Mede in verband met de grote financiële onzekerheden is een jaarlijkse toetsing van uw plannen aan de ge meentebegroting dringend noodzakelijk. Wij staan dan ook positief tegenover het voorstel om een ver gunningenstelsel in te voeren voor het parkeren in de woonwijken in de binnenstad, waarvan de tarife ring in maart aanstaande aan de orde komt. Ik heb daar reeds in het eerste gedeelte van mijn betoog op gewezen. In de jaren 1979-1981 zal 850.000,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 394