397 20 FEBRUARI 1978. (Avond) Wethouder SANDBERG: Gezien de gekozen proce dure zou een tussentijdse behandeling volstrekt onverantwoord zijn; zij zou zowel afbreuk doen aan de binnenstad als aan de stadsverwarming en zij zou ook geen recht doen aan de serieuze wijze waarop aan die stadsverwarming is gewerkt. Aan de andere kant is uitstel echter ook niet aan te ra den. Het college constateert dat drie fractie woordvoerders ten principale hebben ingestemd met de voortzetting van de studie en dat deze nota daarbij als uitgangspunt zal worden gehanteerd. Die instemming zou ik nu graag van de raad willen hebben, hetgeen betekent dat het besluit vanavond wel kan worden genomen. De gestelde vragen en ge maakte opmerkingen zullen wij meenemen en daaraan zal aandacht worden besteed in de stukken, die straks bij de definitieve besluitvorming naar wij hopen in juni aan de raad zullen worden voorgelegd. Ik heb merendeels vragen en opmerkin gen meegekregen die te zijner tijd in de procedure moeten worden verwerkt en dat zullen wij zeker doen. Dat zou betekenen dat het sein vanavond nog op groen kan worden gezet, zodat de studie verder kan worden voortgezet. De VOORZITTER: Ik constateer dat de raad te gen die conclusie geen bedenkingen heeft. Dat be tekent dat wij het besluit zoals dat in de nota wordt voorgesteld aanvaarden, rekening houdend met de door de heer Sandberg gemaakte kanttekenin gen. Aldus wordt besloten. Aan de orde is voortzetting van de behande ling van: 5. bijlage nr. 33: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN HET STRUCTUURPLAN VOOR DE BINNENSTAD EN TOT HET NEMEN VAN EEN AANTAL

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 397