405 20 FEBRUARI 1978. (Avond) Ik ben niet de eerste en ik zal ook niet de laatste zijn die zegt dat het niet verstandig is sociale woningbouw of woningbouw op de duurste gronden in de binnenstad te realiseren. In de raadsvergadering van afgelopen donderdag, toen wij over de Leuvenaarstraat-Middellaan spraken, heb ik met nadruk gezegd dat wij recht doen aan het diepgaande proces van woningbouw in de rich ting van woningbouwverenigingen en het particulier initiatief, die opboksen tegen moeilijkheden in de zin van plaatselijke problemen, provinciale rege lingen en landelijke subsidieregelingen. Dat geldt ook, maar dan in andere mate, voor de Gerardus Ma- jella omdat raad en college daar duidelijk de be taalbare woningen voor dezelfde bewoners als uit gangspunt op tafel hebben gelegd. Ik geloof dat wijwanneer de raad vanavond besluit de Maxis op het Beyerd-Vlaszak-terrein niet te doen doorgaan daarin een instrument vinden om ook op het terrein tussen de Kloosterlaan en de Oude Vest een belang rijke differentiatie in woningbouw te realiseren die inschiet op de Bredase behoeften. Dit heeft ook iets te maken met de vraag die mevrouw Van Rooij gesteld heeft met betrekking tot de sanering van het grondbedrijf B. Het gaat juist om de gron den in de stadssaneringsgebieden en met name in de binnenstad waarvoor uw raad in de algemen reserve een bedrag van 4.3 miljoen heeft geblokkeerd. Vanuit die optiek van het grondbedrijf B en de daaruit voortvloeiende consequenties wat kunnen wij aanvaardbaar bouwen op welke locaties in de binnenstad? zullen wij ernaar streven vóór de vakantie principebeslissingen met uw raad te nemen. De heer Ten Wolde heeft over de centrale be sturing en de meerjarenplanning gesproken en me vrouw Muntjewerff heeft daarover een motie inge diend; ook daar kom ik straks op terug. Laat er geen onduidelijkheid bestaan over hetgeen wij po gen te doen. Wij vragen u de nota regelfilosofie te onderschrijven en wij verzoeken u in principe te kiezen voor dit systeem, terwijl iedereen die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 405