407 20 FEBRUARI 1978.
(Avond)
en ander loopt ook dwars door de begroting heen en
dat is dat integraal beeld waarvan wij getracht
hebben een proeve op tafel te leggen en waarover
wij straks bij de verschillende facetten steeds
duidelijker zullen worden.
Vervolgens wat punten die door de diverse
sprekers naar voren zijn gebracht. De heer Geene
zegt terecht dat dit een belangrijk moment is voor
de geschiedenis van Breda. De mensen die iets inge
bracht hebben maken zich zorgen over hetgeen met
hun inbreng gebeurt. Uiteraard krijgt iedereen
antwoord. Alle mensen die op het verkeerscircula
tieplan hebben gereageerd, hebben of krijgen een
brief van het college, waarin naar het preadvies
wordt verwezen. Uiteraard is er gecommuniceerd met
allen die twee weken geleden hun bezwaren, hun
vragen, hun angst of hun twijfel met betrekking
tot het verkeerscirculatieplan, het structuurplan
of andere besluiten aan het college kenbaar hebben
gemaakt en het is niet zo dat vind ik nou zo
flauw van de heer Houben dat de inspraak pas om
vijf voor twaalf aan de orde komt en daardoor geen
kans heeft. Ook in het verleden ontvingen wij reeds
reacties en ik ontzeg niemand het recht dat men nog
een laatste beroep op de raad doet, dat men de za
ken zo laat mogelijk onder de frisse aandacht van
de raadsleden wil brengen. Men kan niet stellen dat
er in het verleden niet gecommuniceerd is met het
comité Behoud Binnenstad, met de mensen van de
Haagdijk en met andere instanties die ons eergis
teren, gisteren of vandaag hebben benaderd.
Het misverstand rond de route van het sociaal
plan hoop ik met mijn korte algemene inleiding te
hebben rechtgezet. De heer Geene heeft de kwestie
van de militaire terreinen aangeroerd. Moet je ze
nu wel of niet vergeten? U weet dat wij bij het
vorige kabinet geen voet aan de grond hebben ge
kregen, zelfs niet toen minister Gruijters de ge
zamenlijke studiecommissie van Defensie en Volks
huisvesting instelde. Ik heb altijd begrip getoond
voor het standpunt van de toenmalige minister