20 FEBRUARI 1978. 408 (Avond) Stemerdink, die redeneerde in de geest van: ik hoef niet zo nodig weg en als ik weg moet voor Breda, zal ik toch geld moeten krijgen om mijn handel elders te kunnen herbouwen en dat kost 35 miljoen. Desondanks weet u dat wij in het structuurplan toch de bestemming "wonen" aan de mi litaire terreinen geven, met name wat het Chassé- terrein betreft. Ik geloof niet dat het op korte termijn een haalbare kaart ismaar ik vind het wel een verplichting van het college om voortdu rend in Den Haag "voor de deur te blijven liggen." Je kunt je afvragen of dat nu zo erg is en ik weet nog dat mijn voorganger op deze zelfde plaats zei dat het misschien nog niet zo gek is op de mili taire terreinen een stuk reserveruimte te creëren. Op lange termijn zullen wij er echter wel duide lijkheid over moeten krijgen. Eén ding moet mij even van het hart. De heer Van Duijl zegt dat je de auto zelfs onder je arm mee naar bed moet nemen. Natuurlijk moeten wij dat niet doen; je kunt alles vastleggen in regels, in structuurplannen, in verkeerscirculatieplannen en in 29 nota's over de binnenstad, maar het probleem van de auto's in groenstroken is op het moment één van de grootste kwalen van de gemeente Breda. Men schijnt te denken dat het openbaar groen een uit breiding van de parkeermogelijkheden biedt en ik vind het een gebrek aan mentaliteit dat de Breda- naar het zelf niet kan opbrengen daar wat zuiniger mee om te springen. Die Bredanaar is bovendien tot dusverre erg verwend, ook wat de parkeersituatie in de binnenstad betreft. Dat geldt zowel voor de situering van de parkeermogelijkheden als voor de tariefstelling. Nu gaan wij de betrokkenen niet straffen; wij gaan in de taakstelling van de bin nenstad mogelijkheden inbouwen, maar er zal wel voor betaald moeten worden. Interessant is de de- tailopmerking van de heer Van Duijl dat je het Ignatius-gebeuren kunt ontlasten door parkeerhavens aan de Mgr. Hopmansstraat aan te leggen. Ik neem aan dat hij op de hoogte is van de situatie ter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 408