417 20 FEBRUARI 1978. (Avond) bepaalde inventarisatie die wij aan het Ginneken zullen voorleggen en wij zullen de mensen op een hearing, zoals wij dat ook in Princenhage hebben gedaan, de boodschap mee naar huis geven teneinde op zo kort mogelijke termijn tot een deelverkeers- structuurplan voor 't Ginneken te komen. Dat geldt voor de Ginnekenmarkthet is toegezegd in de richting van 't Ginneken en het heeft ook betrek king op de Regentesselaan en omgeving. Het spijt me dat de heer Oomen zijn hoge hoed nu niet op heeft. De heer OOMEN: Dat was overigens een hoge hoed van het college; ikzelf had een rooie pet op! Wethouder VAN DUN: Ja, maar in de krant druk ken ze geen kleurenfoto's af. Uit die krant kreeg ik eigenlijk een beetje de indruk dat hij van de bekende toverspreuk met het stokje en de hoge hoed alleen het laatste woord verstaan heeft: "hocus, pocus" zegt hij niet, maar wel "pas". Daarmee be doel ik dat hij nu niet moet gaan leuteren over de Meidoornstraat. Wij hebben daar in het begin over gecommuniceerd en tussen bewoners en gemeente is nadrukkelijk de afspraak gemaakt dat van beide zij den een plan zal worden ontwikkeld, welke plannen bij een volgende confrontatie tussen beide groepen zullen worden besproken. Dat vind ik een goede op lossing die wij niet moeten gaan doorkruisen. De heer OOMEN: Ik wil het niet over de korte termijn-discussie hebben en ik heb ook gezegd dat ik het een goede oplossing vind. Ik heb alleen ge wezen op verschillende elementen die hierbij een rol hebben gespeeld. Wij voeren hier immers een publieke discussie waarin ik zulke dingen naar vo ren kan brengen. Daarnaast heb ik gezegd dat de eigenlijke uitslag natuurlijk te maken heeft met het al of niet doorgaan van de westelijke tangent. Dat wil ik speciaal onder uw aandacht brengen, want dat is een zaak die op lange termijn speelt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 417