20 FEBRUARI 1978. 418 (Avond) en daar moeten wij nu een uitspraak over doen. Wethouder VAN DUN: Die uitspraak kunt u krij gen, want u ziet dat de westelijke tangent vóór 1983 niet in de meerjarenbegroting is opgenomen. De heer Paquay spreekt over Noord. Het parke ren is in alle wijken van de stad een probleem en een toegepaste parkeerexcesverordening is in voor bereiding. Vervolgens zegt hij dat wij het V.C.P. niet moeten vaststellen maar dat wij op het be leidsplan Hoge Vucht moeten wachten. Ik heb al ge zegd dat het verkeerscirculatieplan in hoofdlijnen, voortvloeiend uit de 86 besluiten, nu een goede zaak is. Met de directie van de B.B.A. is de vori ge week nog gesproken over de buslijnverbindingen met Oost die toch wel wat merkwaardig lopen. Dit is een moeilijke kwestie die toch een keer door onze verkeersafdeling en de B.B.A. zal moeten wor den bekeken. Ik moet er wel op wijzen dat een en ander wellicht consequenties zal hebben voor de frequentie van de bediening van Oost en daarom vind ik het op voorhand al een moeilijk probleem. Door de P.v.d.A. is een motie over de Heer baan ingediend. Het is mevrouw Stutterheim waar schijnlijk wel bekend dat er een rapport gereed is van een stagiaire van de verkeersacademiewelk rapport na bespreking bij openbare werken op korte termijn aan het college zal worden aangeboden. Op basis daarvan kunnen wij dan met elkaar over de Heerbaan gaan praten. Mevrouw Stutterheim heeft ook nog terecht de bewegwijzering in onze stad on der onze aandacht gebracht. Vervolgens duikt de heer Hendriksen het cen trum in, praat over Groningen, Max van den Berg en de rest van de wereld, signaleertwaar is-ie nou? De heer WELSCHEN: Hij zit aan het scherm ge kleefd. U kunt rustig doorpraten; de woorden komen op het goede adres terecht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 418