20 FEBRUARI 1978. 422 (Avond) toen het aantal invaliden-parkeerplaatsen zien en ik stond zelf van dat aantal te kijken. Als me vrouw Muntjewerff het op prijs stelt wil ik die lijst best eens aan de commissie ruimtelijke orde ning voorleggen. Het is dus beslist niet zo dat er te weinig invaliden-parkeerplaatsen in Breda zijn. Zijn er alternatieven bekeken bij het hele verhaal over de verkeerscomputer? Ja, die zijn be keken Aan de heer Houben is vanavond waarschijnlijk niet veel te doen. Hij is hoogst ongelukkig en heeft zich zelden zó onvoorbereid gevoeld. Dat is tragisch, maar ik kan hem niet troosten hoewel ik dat graag had gedaan. Hij ziet in de opstelling van het college en met name in de late reacties een teken aan de wand. Ook in de commissie hebben wij elkaar niet kunnen vinden en ik heb niet de euvele moed te veronderstellen dat dat vanavond in deze raad wél zou kunnen gebeuren. Ik ben blij dat ik mijn betoog heb mogen beginnen met een kort al gemeen verhaal over structuurplan, sociaal plan en verkeerscirculatieplan. De heer Houben ziet dat nu eenmaal anders dan wijOok hij dreigt in de kloof tussen bestuur en bestuurden te vallen. Ik vind dat een pessimistische visie; ik zeg niet dat wij als college het alleenvertoningsrecht van een feil loze communicatie hebben, maar ik geloof dat wij naast het signaleren van die kloof die mis schien ook deels door onze schuld is ontstaan ook moeten beseffen dat er op vele punten goed wordt gecommuniceerd. Hij vindt het een lichtpunt dat de bewoners van de city zich hebben georganiseerd en ik deel die visie. Wij hebben het zelf gewild en dat geldt niet alleen voor de P.v.d.A. met haar wijkbezoeken. Enkele jaren geleden, toen wij middels hearings, discussie-avonden en dergelijke begonnen te praten over het binnenstadsgebeurenwerd er een appèl op de bewoners gedaan om tot een organisatievorm te komen zodat wij elkaar konden vinden in het be spreekbaar maken van hun problemen. Het is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 422