20 FEBRUARI 1978. 426 (Avond) had gewoon gehoopt dat zo'n vertaling er zou zijn. De heer WELSCHEN: Mag ik dan toch even reage ren? Een ander punt is ook blijven liggen, namelijk de centenkwestie die door de heer Peeters is aan geroerd en die betrekking heeft op het betaalbaar maken van sociale woningbouw. Ik vind dat de vraag van de heer Peeters niet is beantwoord. U hebt wat gemompeld over woningbouwverenigingen en particu lier initiatief, over de Beyerd-VlaszakGerardus Majella en het grondbedrijf B, maar daarmee is het uit. Ik zou graag willen weten waar de heer Van Dun dan wel de centen vandaan haalt om de toezeg gingen voor de lager betaalden hard te maken. Ik vraag dat temeer omdat de heer Van Dun zijn ver haal begonnen is met het noemen van de punten die hij wél gerealiseerd ziet in de stad: een voetgan- gersdomein, maar daar wonen geen lager betaalden ineen Grote Marktmaar daar wonen ook geen la ger betaalden in; beperking doorgaand verkeer, idem dito; Catharinastraat en kop Veemarktstraat idem dito. Hetzelfde geldt voor de woningprojecten Houtmarkt, Markendaalseweg, Valkenstraat en de Tram- en Gasbrug. Ik vraag mij af waar dat wonen voor de lager betaalden blijft en hoe dat gefinan cierd kan worden, zeker omdat Breda een groeistad is en wat dat betreft ook bepaalde claims zou kun nen leggen. Er is ook iets in die richting toege zegd. Wethouder VAN DUN: Ik zie het somber in wat de relatie tussen de heer Welschen en mij betreft. Als ik probeer de raad zo exact mogelijk te infor meren vind ik het wat goedkoop te zeggen dat ik wat sta te mompelen, terwijl het overzicht van dat mompelen ook BIJZONDER onvolledig is. Bovendien gaat de heer Welschen volledig voorbij aan hetgeen ik in het begin van mijn betoog heb gezegd, name lijk dat het weliswaar interessant is op te sommen wat gelukt is maar dat wij ook eerlijk moeten zeg gen en dat is terug te vinden in de notulen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 426