42
12 JANUARI 1978
het overkoepelend beleid tot stand te brengen. Wij
hebben al vaak gezegd dat wij het nauwelijks moge
lijk achten dat je, vanuit die richting werkend,
je einddoel bereikt. Dat betekent nogal wat, want
er is jaren op dit gebied gewerkt en de moeilijke
stap naar het samenhangend beleid wordt nu voor
zien, maar wij hebben er niet zo veel vertrouwen
in dat die stap nu ook werkelijk zal worden gezet,
wat eigenlijk toch zou moeten. In de amendementen
9, 10 en 11 geven wij aan dat in feite vanuit een
andere richting moet worden gewerkt. Naar onze me
ning moet je eerst een aantal behoorlijke uitgangs
punten over het bestuur en over de uitgaven vast
stellen; daarvan afgeleid moet je dan de activi
teiten en de voorzieningen plannen.
Voorstel 14, waarbij amendement 14 hoort,
gaat over de informatiefunctie. Het onderzoek van
het bureau-Veldkamp heeft uitgewezen dat er een
nogal grote kloof tussen bestuurders en bestuurden
is en dat die kloof vooral op buurt- en wijkniveau
zichtbaar wordt. Aangezien de informatiefunctie
een belangrijk onderdeel van het inspraakgebeuren
en van het betrekken van burgerij bij het bestuur
is, moet naar onze mening het accent van de infor
matiefunctie meer naar het buurt- en wijkniveau
worden verlegd.
Over voorstel 15 wil ik een opmerking maken
die waarschijnlijk de heer De Raaff wel zal aan
spreken, niet alleen omdat hij coördinator van het
ontwikkelingsgebeuren is maar ook omdat dit voor
stel in zijn sector thuishoort. In voorstel 15
wordt veel aandacht besteed aan bepaalde maatrege
len op het ambtelijk vlak die direct belang hebben
voor het ontwikkelingsbeleid. Wij zijn het met die
maatregelen volledig eens, maar we hechten aan dit
facet van het ontwikkelingsbeleid zó veel waarde,
dat er naar onze mening enkele punten aan zouden
moeten worden toegevoegd. Bovendien menen we dat
dit voorstel eigenlijk niet thuishoort bij de in
tentieverklaringen: als de raad op dit punt wer
kelijk verantwoordelijkheid wil dragen, dient hij