20 FEBRUARI 1978. 430 (Avond) kunnen voordoen. De heer Welschen heeft nog over de begelei ding van het sociaal plan gesproken. Een gedeelte daarvan is wél gedekt, maar als wij een en ander verder gaan intensiveren zal de meerjarenbegroting ook op dat punt moeten worden bijgesteld en dat geldt ook voor het extra werk dat dan door openba re werken zou worden gedaan. Ten aanzien van het stimuleren van het eigen woningbezit zal het de heer Welschen duidelijk zijn dat er voortreffelij ke rijksregelingen bestaan en dat de taak van de gemeente niet meer inhoudt dan het tot op bepaalde hoogte stimuleren Men heeft mij uitgenodigd om in het kader van de interim-saldoregeling met de minister c.q. de staatssecretaris te gaan praten, hetgeen ik dan ook gaarne zal doen. Mijn excuses omdat ik de laatste spreker, de heer Ten Wolde, niet het eerst heb geantwoord; waarschijnlijk is er al veel gras voor zijn voeten weggemaaid. Het probleem van de Maxis is besproken Wij hebben in het verleden in de commissie ook ge sproken over de uitgangspunten voor de Beyerd- Vlaszak en over de wijze waarop wij met de raad "op sjouw" konden komen. De uitgangspunten zijn in zekere zin door de raad vastgelegd in de motie die indertijd door de heer Dees c.s. is ingediend. Wan neer de raad vraagt een alternatief woningbouw plan te ontwikkelen, zit daarin al een eerste indi catie van het uitgangspunt: er zullen woningen moeten komen. Er zijn ook andere functies ingevuld onder andere parkeren en kantoren. Wij zijn voor nemens in de volgende commissie- en raadsvergade ring misschien in april met alle gegevens bij u te komen. Wij zeggen daarbij niet dat wij een bestemmingsplan gaan vaststellen, maar wij zul len de raad vragen de hoofduitgangspunten zoals die in het plan zijn neergelegd goed te keuren. Vanaf dat moment kunnen zij duidelijk geëxplici teerd worden en bespreekbaar gemaakt worden tussen de heer Ten Wolde en het college.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 430