437 20 FEBRUARI 1978.
(Avond)
in deze planvorming dat is ONZE taxering en ik
meen dat wij daar recht op hebben wel degelijk
tot de mogelijkheden. Er is vanavond gesproken
over een alternatief plan en ik heb in mijn betoog
geconstateerd dat dat alternatieve plan niets an
ders is dan een wensenpakket van deelbelangen van
de bevolking. Wij spreken dan over de methodiek
van besturen van deze stad waar ik ook in mijn al
gemene beschouwing veel aandacht aan heb besteed.
Niet alle raadsleden hanteren dezelfde methodiek
en dat is juist een belangrijk aspect van de gehe
le inventarisatie. P.v.d.A. en P.P.R. nemen dat
gewoon over, terwijl wij vinden dat het bij het
ambtelijk apparaat in goede handen is. Men luis
tert wel degelijk naar signalen vanuit de wijken;
ik heb een paar avonden meegemaakt waar de bewogen
heid, de inspiratie en de informatie die de ambte
naren vanuit de wijken bereiken wel degelijk wer
den getaxeerd. Ik heb gezegd dat een gestructu
reerd geluid en daar willen wij als fractie
graag voor pleiten de juiste weg is om belangen
groeperingen met een andere invalshoek een luiste
rend oor bij het college te verschaffen. Wij mogen
toch op z'n minst en ik zeg het met enige
schroom van onze burgers verwachten dat zij
persoonlijk belangrijke kwesties kunnen inbrengen
en dat dit niet per se via de politieke fracties
in het inventarisatiebeleid behoeft te gebeuren.
Wij vinden dat een andere methodiek van besturen
en ik geloof dat die accentueringen, met de bij
stellingen en het nogmaals onderzoeken van een
Ginnekenwegsituatie en een mogelijke deelaantas-
ting van de woonfunctie rond de Wilhelminafontein,
wel degelijk door dit college worden opgemerkt.
Dat beleid ondersteunen wijwant wij hebben daar
vertrouwen in. De heer Crul heeft dat kennelijk
niet en als wij vanavond in deze raadsvergadering
geen redelijke, inhoudelijke discussie over de
hoofdstructuren kunnen voeren, vind ik het jammer
te moeten constateren dat er moet worden gesproken
over een middenbermbeveiliging, over een