44 12 JANUARI 1978 de door ons gewenste zin wordt genomen, kan men n daar al enigszins rekening mee houden. 2 Wij hebben bij amendement enige nieuwe voor- t stellen gedaan, op drie waarvan ik hier wil in- d gaan. In het geding is daarbij het inspraakgebeu- w ren als geheel. In verband met de binnenstadsplan- o nen en de Haagse Beemden is daarover onlangs nog ni weer in de commissie voor algemene zaken gespro- w ken. De indruk bestaat de secretaris is niet 1 aanwezig, de waarnemend secretaris wèl; die is het a daarmee misschien niet eens dat er wat de in- e spraak betreft weer dingen in opmars zijn. Het heeft er in ieder geval de schijn van dat ae in- i spraak een ander gezicht gaat krijgen, beter ge- c fundeerd en afgewogener gaat worden. Wellicht is k er een vorm van inspraak in het geding die bij de E burgers en misschien ook bij het bestuur beter t aanspreekt. Zeker als je een ontwikkelingsbeleid aan het formuleren bent, is het van groot belang de ontwikkelingen die zich voordoen, te zien en in het te formuleren beleid in te passen en te be trekken. Wij hebben drie amendementen ingediend die daaraan enige richting kunnen geven. Wethouder DE RAAFF: Wil de heer Crul even aangeven welke amendementen hij nu bedoelt? De heer CRUL: 28, 29 en 30. De heer OOMEN: Toen op 24 november 1972 het toenmalige K.V.P.-raadslid Paul America een motie indiende die inhield dat men nu maar eens aan de gang moest gaan met het onderzoeken van mogelijk heden om een evaluatie-onderzoek toentertijd door de Katholieke Hogeschool in Tilburg te doen uitvoeren met betrekking tot allerlei punten op het gebied van het welzijnswerk, zal hij niet hebben geweten wat hij over ons los zou roepen.' De stapel die vóór de secretaris en vóór mij op tafel ligt, bestaande uit alle rapporten die hier over zijn verschenen en alle papieren die hierover "vuil zijn gemaakt", kon men, denk ik, destijds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 44