20 FEBRUARI 1978. 452 (Avond) tijdje over doorgaan, maar u hebt waarschijnlijk gelijk. De vraag of men stemming verlangt over het voorstel van b. en w. heb ik aan de orde gesteld, daar is geen twijfel over. De heer Crul heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt en heeft dat voor stel behandeld en de conclusie die daaruit kon wor den getrokken is duidelijk. Hierna is door anderen het woord verlangd en zij hebben om hoofdelijke stemming gevraagd. Men kan dat doen en ik wil ook best het totale voorstel in stemming brengen. De heer CRUL: Ik vind dit toch wel een nare zaak. Er is door één van de ambtenaren nadrukkelijk met u over de procedure gepraat, waarbij is ge vraagd hoe de besluitvorming zal verlopen. Er is toén gezegd dat er per onderdeel zou worden ge stemd. De VOORZITTER: Nee! De heer CRUL: Jawel, en dat is nu gebeurd. Ik meende dat het nu afgelopen zou zijn. De VOORZITTER: Ik moet t£>ch bestrijden wat u zegt. Er is met de ambtenaren en met mij over de verschillende onderdelen van het besluit gesproken. De vraag is aan de orde geweest of er amendementen zouden kunnen worden ingediend en dat is natuurlijk gebeurd. We zijn vervolgens een stap verder gegaan en u hebt uw oordeel over verschillende onderdelen van het voorstel gegeven. Tot voor enige minuten betekende dit voor mij dat het voorstel was aan vaard in de geest als ik zojuist heb geconcludeerd. Als men zegt dat daarmee de zaak niet rond is, kan ik dat niet tegenhouden. Wanneer men persisteert bij de opvatting dat over de totaliteit nog moet worden gestemd, met inachtneming van hetgeen zoéven nog van de kant van een andere fractie is gezegd, moet er inderdaad worden gestemd. De heer Ten Wol- de wenst dat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 452