20 FEBRUARI 1978. 454
(Avond)
zeker van de kant van de heer Dees, als nogal pola
riserend over.
De VOORZITTER: De heer Crul heeft dus meege
deeld dat de fracties van de Partij van de Arbeid
en de P.P.R. geen behoefte aan hoofdelijke stem
ming hebben. Wij weten echter dat die behoefte el
ders wél aanwezig is.
De heer GEENEMijn fractie heeft geen behoef
te aan stemming. Het is duidelijk dat wij vóór de
voorstellen van het college zijn. Ik vind het jam
mer dat men deze slotstemming nodig vindt, want
voor ons is het duidelijk. Ik meen dat wij een
winst hebben geboekt die misschien op deze manier
weer teniet wordt gedaan.
De VOORZITTER: Het gaat mij niet om de winst.
Toch wil ik vanuit mijn adviserende functie degenen
die om hoofdelijke stemming hebben gevraagd in
overweging geven daarvan af te zien, omdat vol
strekt duidelijk is wat de conclusies zijn.
De heer TEN WOLDE: Het is gebruikelijk dat bij
collegevoorstellen het totale voorstel in stemming
wordt gebracht. Voor de duidelijkheid willen wij
ook nu een hoofdelijke stemming over het totale
voorstel
Hierna wordt het geamendeerde voorstel van
burgemeester en wethouders in stemming gebracht en
met 23 tegen 10 stemmen aangenomen.
VOOR stemmen: de heren Van Graafeiland, Van
Duijl, Van Dun, Peeters, Goos, Veelenturf en De
Raaff, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, de heren
Sandberg, Van Banning en Geene, mevrouw Koek-van
Merkom, de heren Taks, Van den Wijngaard, Ten Wol-
de, Koertshuis, Van Dongen, Brooimans, Van Assel-
donk, Gielen, Suurmeijer, Dees en Broeders.