16 MAART 1978. 484 komen. Nu mevrouw Paulussen zelf tot deze conclu sie is gekomen en het voorstel op deze grond aan vaardt, acht ik het niet nodig verdere opmerkingen te maken. Wethouder VAN DUN: Ik ben zeer verheugd over de mededeling van mevrouw Paulussen dat de frac ties van P.v.d.A. en P.P.R. eigenlijk haars on danks toch met het voorstel meegaan. Mevrouw PAULUSSEN: Niet "haars ondanks". We hebben overleg gepleegd en we kunnen nu akkoord gaan I Wethouder VAN DUN: Misschien zeg ik het wat ongelukkig, maar ik ben met de uitslag van het be raad dat u zojuist in een hoek van de raadzaal heeft gehad, zó blij, dat ik bijna geen opmerking durf te maken. Toch moet ik voor de duidelijkheid iets zeggen, waarmee ik mevrouw Paulussen wederom niet tevreden kan stellen. Zij heeft gesproken over het vrijkomen van de kapitaallasten van een in de begroting opgenomen investering van 240.000,in dat verband heeft zij bij ons op het indienen van alternatieve voorstellen aange drongen. Ik meen na enige ruggespraak met de wet houder van financiën zeker te weten dat te dien aanzien in de nota van aanbieding een duidelijke indicatie staat: wanneer wij D.A.C.W.-subsidies krijgen voor activiteiten waarvan de kapitaallas ten gedekt zijn door in de door de raad goedgekeur de begroting, komen de vrijkomende lasten ten goe de aan de algemene reservemede tot dekking van het project aan de kop van de Veemarktstraat, op dat inzake de algemene reserve weer een duidelijk verwachtingspatroon kan ontstaan. De duidelijkheid dwingt mij deze opmerking te maken, teneinde te voorkomen dat er opnieuw een verkeerde verwachting wordt gewekt. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 484