499
16 MAART 1978.
is nu ook gebleken dat de gekozen structuur toch
niet goed functioneerde. Van een mislukking kan
niet worden gesproken, zeker niet als men in het
voorstel schrijft dat de herstructurering een ex
periment is geweest. Er worden in het voorstel
vijf redenen gegeven, die zich stuk voor stuk voor
een zeer kritische benadering zouden lenen, gezien
de gevoeligheid van de materie. Mijn fractie hoopt
dat de betrokken besturen en de werkers in het
veld tot zo'n benadering zullen komen.
Enkele opmerkingen in de context van de pun
ten, genoemd onder 1 tot en met 5 op de bladzijden
1 en 2 van het voorstel.
1Geen enkele mens is in een theoretische
structuur te plaatsen of te dwingen. Ik
zeg uitdrukkelijk "mens" en niet "cliënt",
want dit laatste woord doet juist in deze
situatie erg commercieel en economisch aan.
2. Enkele buurten en wijken dragen op het
ogenblik een negatieve naam, in feite vol
komen ten onrechte. De negatieve bestempe
ling doet tekort aan de vele mensen die er
wonen
3. Er bestonden en bestaan geen duidelijke
criteria die generaal van toepassing op
een buurt kunnen zijn; dergelijke criteria
zullen er mijns inziens ook nooit kómen.
In elke wijk en in elke buurt van Breda
zitten zwak-socialen en kansarmen. In de
notulen van 12 januari 1978 vind ik daar
voor bewijzen; enkele raadsleden hebben
toen gezegd dat zij onder de kansarmen
vielen.
4. Gebleken is dat "eens gegeven, blijft gege
ven" zelfs voor het ministerie van C.R.M.
geldt. Je zult voor verbeteringen werken
en iets bereiken, maar je blijft getekend!
Geen prettig vooruitzicht.
5. Men is gewaarschuwd dat het gegeven vooral
kleinschalig moet worden aangepakt. Mis
schien zou het zelfs te overwegen zijn