16 MAART 1978. 510 dat het het al is of dat het het zal worden. We mo gen óók wel eens met twee benen op de grond blij ven staan. Laat nu eerst eens duidelijk worden wat er op dit ogenblik gebeurt en moet gebeuren. Hoe het uiteindelijk zal moeten, weet ik nog niet. Er komt misschien nog wel eens een orgaan dat alles overkoepelt, maar dat moeten we te zijner tijd be kijken. Ik ben van mening en dat is ook één van de overwegingen die aan het voorstel ten grondslag hebben gelegen -- dat een instituut om goed te kun nen functioneren niet te klein maar ook niet te groot mag zijn. Het is de kunst voor elk instituut de juiste schaal te vinden. De heer OOMEN: De wethouder zei zojuist dat we straks wellicht moeten gaan overkoepelen. Dan kunnen we zeker een nieuwe groep-Paul Kuipers aan stellen om er twaalf jaar over te doenl Wethouder DE RAAFFIk heb de heer Oomen niet helemaal kunnen verstaan maar ik meen in ieder ge val dat hij gewend is de stukken te lezen. Hij zal dat in dit geval ook hebben gedaan en hem zal dan ook bekend zijn aan welke figuur is gedacht om de nodige coördinatie binnen de verkokering tot stand te brengen. Ik hoef die tekening naar ik meen op dit ogenblik niet op tafel te leggen. Het is duidelijk dat de heer Oomen en ik van mening verschillen; ik zou de raad toch willen ad viseren het voorstel van burgemeester en wethouders te steunen Hierna wordt de motie van de heer Koertshuis in stemming gebracht en met 23 tegen 9 stemmen aan vaard. VOOR hebben gestemd: de heren Eissens, Suur- meijer, Veelenturf, Koertshuis, Geene, Dees, Van Dongen, Van Asseldonk, Van Duijl, Van Dun, Sand- berg, De Raaff, Van den Wijngaard, Gielen en Van Graafeiland, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 510