513 16 MAART 1978. dat elke autorit begint en eindigt met een parkeer situatie; dit geldt ook voor de autoritten van en naar de binnenstad. Wil de binnenstad haar aantrek kelijkheid waar maken, dan is de aanwezigheid van voldoende parkeermogelijkheden tegen de "enge bin nenstad" aan van essentieel belang. Terecht wordt het in de nota tot de taak van de gemeente gere kend tijdig voor de realisering van die gewenste parkeervoorzieningen te zorgen. Het zal duidelijk zijn dat onze fractie hier volkomen achter staat, hoewel wij bij de aangege ven tijdsplanning enige vraagtekens zouden willen plaatsen. Onzes inziens zal er bij het realiseren van die tijdsplanning meer aandacht moeten uitgaan naar de parkeersituatie aan de westzijde van de city. De ontwikkeling van de Haagse Beemden zal de aanvoer van auto's aan die zijde van de stad kun nen doen toenemen, terwijl deze plaats volgens de aangegeven tijdsplanning pas na 1982 er is zelfs sprake van 1985 aan bod zou komen. Dat lijkt ons rijkelijk laat. Met de bouw van de eerste parkeergarage, aan de Mr Dr Frederiksstraatzal reeds dit jaar wor den begonnen; wellicht zal de garage ook nog in dit jaar in gebruik kunnen worden genomen. Ervarin gen die daarbij worden opgedaan, kunnen worden ge bruikt bij de realisering van volgende parkeerga rages. Mede in verband met de subsidie van 1 miljoen neemt de gemeente het beheer in eigen hand. Wij kunnen het eens zijn met de in hoofdstuk 5 van de nota voorgestelde constructie: onderbren ging bij de dienst openbare werken met een uitbrei ding tot een bedrijf ex artikel 252 van de Gemeen tewet wanneer het parkeerbeheer voor de gemeente wordt uitgebreid. Ik neem overigens aan dat, zo lang er nog geen officiële dienst ex artikel 252 is, de raad over het wel en wee van de eerste par keergarage zal worden ingelicht. Over de beheersvorm van nog te stichten gara ges zal naar ik heb begrepen te zijner tijd nog worden gesproken. Met alle respect voor het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 513