16 MAART 1978.
522
tafel liggende voorstel wordt een concept-verorde
ning aangekondigd, waarbij het bedrag dat voor een
dergelijke vergunning moet worden betaald, nog aan
de orde zal komen. Om thans reeds een uitspraak
van de raad uit te lokken heb ik een motie voorbe
reid, waarin wij de raad vragen de uitspraak te
doen dat parkeervergunningen gratis of slechts te
gen een symbolisch bedrag moeten worden uitgegeven.
De motie dien ik bij dezen in.
Samenvattend kom ik tot de conclusie dat het
principe van bemeteren van alle parkeerplaatsen in
de binnenstad door de gehele raad wordt onderschre
ven. Voorts stel ik vast dat parkeergarages verlie
zen opleveren en dat het dal in financieel opzicht
dieper zal zijn naarmate deze garages sneller tot
stand komen. Het beleid zou er dus op gericht moe
ten zijn zo snel mogelijk alle beschikbare parkeer
plaatsen buiten de woonstraten te bemeteren en de
bouw van garages uit te stellen tot het werkelijk
niet anders meer kan. Het overblijvende geld kan
worden aangewend om:
1. lagere tarieven mogelijk te maken;
2. gratis parkeervergunningen af te geven;
3de looproutes van verderweg gelegen par
keerterreinen naar de binnenstad te verbe
teren;
4. de bewegwijzering naar plaatsen waar nog
parkeerruimte is te verduidelijken.
De laatste punten hebben wij ook op 20 febru
ari al aangegeven.
De door mevrouw Muntjewerff ingediende motie
luidt als volgt:
"De Raad der gemeente Breda, in vergadering
bijeen op 16 maart 1978,
gehoord de diskussie over agendapunt 22, bij
lage 83,
overwegende dat: