16 MAART 1978. 524 Allereerst nog even iets over de plaats van de nota. Zij is, zoals ook door een aantal spre kers is gezegd, een uitvloeisel van de basisbeslui ten die wij op 20 februari hebben genomen en zij vormt een tussenfase op weg naar concretiserings- voorstellen die het college de raad op korte ter mijn hoopt aan te bieden. Op dit ogenblik vraagt het college niets meer maar ook niets minder dan het onderschrijven van de beleidsuitgangspunten de heer Ten Wolde is daarop ingegaan die met betrekking tot het parkeerbeleid in de nota zijn geventileerd Waar zullen nu de concretiseringsvoorstellen op neerkomen? Mijns inziens vallen zij uiteen in twee categorieën: enerzijds kredietaanvragen aan de raad ter zake van het stichten van de vermelde en reeds eerder aangeduide parkeergarages in Breda anderzijds concretisering van een wettelijk stel sel om de nagestreefde ontwikkeling in de hand te houden, waarbij het meest aansprekende waarschijn lijk de parkeervergunningverordening zal zijn. Ten aanzien van de eerstgenoemde categorie moge ik opmerken dat het college gisteren een voor stel heeft goedgekeurd waarin we een krediet aan de raad zullen vragen voor de stichting van de eer ste parkeergarage, aan de Mr Dr Frederiksstraat Dit voorstel zal in de commissie openbare werken aan de orde komen en wij hopen dat het in de raads vergadering van april zal kunnen worden behandeld. Op die manier willen wij duidelijk maken dat het ons ernst is met de beheersing van het parkeerge- beuren. Bovendien hebben we in dezen een formele verplichting, omdat Breda, zoals al eerder in de raad is medegedeeld, voor deze garage 1 miljoen subsidie heeft gekregen en het in het kader van werkgelegenheidsprocessen noodzakelijk is dat met de werkzaamheden vóór een bepaalde tijd is begon nen Ik ga over naar de beantwoording van de con crete vragen. Terecht plaatst de heer Veelenturf een vraagteken bij de tijdsplanning, maar we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 524