529 16 MAART 1978. parkeerexcesverordening. Wanneer we over de par- keerexcesverordening spreken, gaat het om de hin derlijke vrachtwagens in de wijken waaraan ook vanuit de raad veel aandacht is besteed om het hinderlijk stallen van caravans voor de deur hoe sympathiek deze dingen op zichzelf ook mogen zijn alsmede om mensen die meer dan twee auto's voor de deur kunnen hebben. Aan het eind van de jaren '60 heeft de raad een parkeerexcesverorde ning vastgesteld waar we alle kanten mee uit kun nen. We kunnen daar alles op dit gebied mee be strijden, maar de jurisprudentie ter zake van dit soort situaties is nogal duister. Met de politie is afgesproken dat in het kader van de parkeerex cesverordening in de komende tijd intensievere controle zal worden uitgeoefend. Naar het gemeen tebestuur onderweg is op het ogenblik iets wat de parkeerexcesverordening meer leven zal kunnen in blazen, te weten de aanwijzing van alternatieve parkeerplaatsen. Op die manier kunnen moeilijkhe den met eventuele rechtsgedingen worden voorkomen: iemand die zijn vrachtwagen niet voor zijn deur mag zetten, zal hem dan op een door het gemeente bestuur aangewezen plaats kunnen parkeren. Een volgend onderwerp is de kwestie van de parkeervergunningenverordening, oftewel het gebeu ren rondom het autovrij maken van woonstraten, één van de uitgangspunten in ons structuurplan en in ons verkeerscirculatieplan. Wij willen een rege ling treffen door het instellen van een parkeer verbod met ontheffing voor de bewoners. Hiermee kom ik op de visie van mevrouw Muntjewerff, neer gelegd in een motie: zij vindt dat de vergunning voor niets of voor bijna niets moet worden ver leend. Ik neem aan dat de filosofie die aan het vragen van een betaling ten grondslag ligt, voor iedereen duidelijk is. Wanneer je rechten gaat uitdelen aan bewoners die daar dan terecht gebruik van willen maken, moet je ook een situatie creëren waarin zij die rechten kunnen beleven. Dat bete kent dat er controle zal moeten worden uitgeoefend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 529