16 MAART 1978. 532 daaraan de opmerking verbond maar misschien heb ik hem verkeerd begrepen dat wellicht bemete- ring of andere maatregelen op die plaatsen moeten worden overwogen. Nu lijkt mij met name voor het manifestatieterrein de invoering van een vorm van controle en betaling nogal moeilijk; dit terrein heeft op het ogenblik allerlei functies die zich moeilijk met een vorm van bemetering verdragen en het zal wellicht in de toekomst een functie krij gen die die bemetering nog moeilijker maakt. Over laatstgenoemde functie zullen we de volgende maand in de raad spreken, als het bebouwingsplan voor Beyerd-Vlaszak en omgeving aan de orde is. Naar aanleiding van het betoog van mevrouw Muntjewerff zou ik weer eens over een fundamenteel verschil van mening kunnen spreken. De discussie is nogal nutteloos als mevrouw Muntjewerff op voor hand namens haar fracties al de stelling betrekt dat zij "tegen" is. Hoewel het praten daardoor moeilijker wordt, wil ik enkele opmerkingen over de argumentatie van de kant van mevrouw Muntjewerff maken Zij heeft geen behoefte aan de nota, maar heeft toch enkele vragen uit de commissie finan ciën herhaald. In dit verband wil ik iets aan het adres van de heer Welschen zeggen. Ik heb hierover even met mijn collega Broeders en de ambtelijke se cretaris van de commissie financiën mogen spreken: wij moeten onze excuses aanbieden voor de bekende of populaire communicatiestoornis die ergens is op getreden. We hebben minstens één zieke ambtenaar en die zit op een cruciaal punt, ook hier. Daar door zijn de vragen van de heer Welschen niet be antwoord, wat ons verschrikkelijk spijt. Overigens ben ik van mening dat de vraagstelling en de beant woording van de vragen niet relevant zijn voor de besluitvorming. Wèl zijn de gevraagde gegevens in een later stadium erg relevant en ik kan dan ook namens mijn collega Broeders aan de heer Welschen toezeggen dat hem op de kortst mogelijke termijn het antwoord op de door hem gestelde vragen zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 532