535 16 MAART 1978. zijn, zodat de parkeerfunctie voor dergelijke be drijven in beperkte mate in het vergunningenstel sel zou moeten meespelen. Ik denk dus niet alleen aan de bewoners, maar ook aan de bedrijfjes grote bedrijven zijn er niet zo veel in de binnen stad die van deze faciliteit gebruik zouden kunnen maken. Ik zou de wethouder willen vragen dit aspect in de inventarisatie voor de volgende nota te betrekken. Vervolgens wil ik nog ingaan op de motie van mevrouw Muntjewerff. Ik kom eigenlijk tot de kwali ficatie dat de motie niets anders is dan een goed kope verkiezingsstunt. De wethouder heeft gezegd dat de motie voorbarig is; ik vind het bovendien onverantwoord als een politieke partij nu al dit standpunt inneemt zonder dat er inzicht in de kos ten van het geheel is. In een eerder betoog over de binnenstad heb ik al eens gezegd dat de P.v.d.A gemakkelijk met beloftes wil besturen, zonder zich van de kosten voor de gemeente op de hoogte te hebben gesteld. Die methodiek hanteren wij niet. Wij kunnen ons volstrekt vinden in de motivering van de wethouder. Er komt nog een voorstel, waar in meer inzicht zal worden verschaft, zodat de raad tot een betere afweging kan komen dan in de motie zonder inzicht in de consequenties is verwerkt. Met de heer Veelenturf ben ik het eens dat een parkeervergunningenstelsel, mede op ver zoek van de bewoners tot stand gekomen, wel dege lijk een extra dienst aan die bewoners levert. Met de derde overweging van de motie kan ik het dan ook niet eens zijn. Wij achten de motie voorbarig en we wachten graag de nota van het college af. In eerste termijn heb ik met betrekking tot de hoogte van het bedrag in indicatieve zin enkele opmerkin gen gemaakt. Wellicht kan in de nota voorts worden ingegaan op de vraag, in welke mate het financieel technisch mogelijk zal zijn een deel van de kosten in het gehele parkeergebeuren in te kaderen, ook op basis van de exploitatie van parkeermetersdie een belangrijke bijdrage tot het parkeergarage-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 535