16 MAART 1978. 536 - gebeuren zullen leveren. - Ik ben overigens tevreden met de antwoorden n van de wethouder. n- Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Er wordt op mij een beroep gedaan de motie in te trekken, maar daar zal ik geen gevolg aan geven. Wèl wil ik nog even duidelijk maken van welk gezichtspunt uit wij deze kwestie beschouwen. We zijn van mening dat in aan de bewoners van de woonstraten van de binnen Lli- stad waar het hier om gaat, eerst een recht is ont d- nomen, namelijk het gewoonterecht dat mensen in hun eigen straat kunnen parkeren. Nu dat recht wordt teruggegeven, zou daarvoor betaald moeten worden: wij vinden dat een zeer onjuist uitgangs )S- punt. 1. A. De heer TEN WOLDE: Van de kant van P.v.d.A. .ch en P.P.R. wordt zo ontstellend vaak over achter standsituaties gesproken. Wanneer men er nu van uitgaat dat voor bewoners van de binnenstad gratis J gereserveerde parkeerplaatsen moeten worden gecre- c— eerd, moet men bedenken dat in andere delen van de binnenstad, waar een zelfde parkeeroverlast is, a dit vergunningenstelsel niet of nog niet wordt ge Is ïntroduceerd. Voorkomen moet worden dat er een dui 3 delijke ongelijkheid tussen de verschillende wij 3 ken wordt gecreëerd. *let Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Formeel mag het misschien zo zijn dat er een extra dienst aan i-g de bewoners wordt geleverd, maar willen wij het wo In nen in de binnenstad stimuleren, zullen de bewo gte ners wat betreft het parkeren dezelfde mogelijkhe in den moeten hebben als de bewoners van buitenwijken, den die meer ruimte tot hun beschikking hebben. eel- De heer Ten Wolde heeft betoogd dat wij de fi ten nanciële gevolgen niet kennen, maar de heer Wel- k schen heeft nu juist in de commissie financiën ge die vraagd eens uit te rekenen wat de financiële gevol gen voor de tarieven zouden zijn als de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 536