547 16 MAART 1978. dergelijk uitgangspunt ook bij de uitwerking van de onderhavige plannen moet gelden. Als dat het ge val is, mag de planning wat onze fracties betreft gerust een paar maanden langer duren, omdat het re sultaat dan alleen maar beter kan zijn. Om deze redenen stellen wij voor de behande ling van agendapunt 29 uit te stellen. De VOORZITTER: Ik constateer dat het ordevoor stel dat de heer Hendriksen namens de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. heeft gedaan, inhoudt dat punt 29 van de agenda zou moeten worden afgevoerd. Voldoende ondersteund zijnde maakt het orde voorstel van de heer Hendriksen onderwerp van be raadslaging uit. De heer VISSER: Onze loyaliteit tegenover het college en vooral tegenover deze wethouder kent geen grenzen. Ik zou dan ook graag het oor deel van de wethouder over deze kwestie willen af wachten, maar ik moet zeggen dat ik in mijn hart voor 90 achter de motivering van de heer Hendrik sen sta. Zoals men weet stond dit punt aanvanke lijk niet op de agenda. In onze eerste fractiever gadering kwam het derhalve niet ter sprake en ik heb daaraan de uitleg gegeven dat enig uitstel, gelet op de brieven van "de Zes" het bleken er later acht te zijn noodzakelijk was. Wat later kwamen de cultuurpunten alsnog op de agenda en daartoe behoorde ook dit voorstel. Vanavond hebben we ter plekke een kort verslag van de verdere besprekingen aangetroffen. Ik heb er heel even in zitten kijken en ik vind dat er nogal belangrijke opmerkingen in staan. Als ik over die informatie had beschikt had ik een en ander in mijn voorbereiding voor de behandeling van dit agendapunt ingecalculeerd en was ik tot andere con clusies gekomen. Daar komt nog bij dat wij zelfs een standpuntbepaling hebben gekregen van een nog-niet-bestaande stuurgroep, die de raad -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 547