549 16 MAART 1978. ligt bij de raad en het college, en niet bij diver se briefschrijvers vanuit het particulier initia tief, hoe jammer ik het ook vind dat wij die in eerste instantie hebben vergeten. Als het aanvaar den van het ordevoorstel van de heer Hendriksen betekent dat de stuurgroep in oprichting niet ver der kan gaan, kan ik er niet mee akkoord gaan, om dat de briefschrijvers vanuit het particulier ini tiatief aanvankelijk blijkens een vriendelijke brief, maar nu blijkt dat er een veel zwaarder ac cent aan wordt gegeven de zaak zelf in handen willen nemen. Ik lees dat er althans in; wij leg gen de verantwoordelijkheid daarvoor bij de brief schrijvers vanuit het particulier initiatief. De wethouder is loyaal geweest en heeft toegegeven dat er een fout is gemaakt. Hij is met de groepe ringen gaan spreken, waarbij er eigenlijk een soort patstelling is ontstaan: terwijl de wethou der meent dat er een aanvulling op de bestaande stuurgroep moet komen, is men aan de andere kant van mening dat er een nieuwe sollicitatieprocedure et cetera et cetera van start moet gaan. Dit laat ste zou betekenen dat de stuurgroep in haar nieuwe samenstelling pas in september of oktober zou kun nen gaan werken, hetgeen wij afwijzen. Wij zijn derhalve niet vóór het voorstel van de heer Hendriksen. De heer HENDRIKSEN: De heer Van Asseldonk spreekt nu over een sollicitatieprocedure met een uitstel van vijf of zes maanden. Dat heb ik echter zeker niet in mijn woorden gelegd De heer VAN ASSELDONK: De heer Hendriksen weet wèl dat dit de consequentie is. De heer HENDRIKSEN: Het zou één van de conse quenties kunnen zijn, maar er zijn ook andere mo gelijkheden om alles in goede orde tezamen met het particulier initiatief en de burgerij te regelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 549