551
16 MAART 1978.
30. bijlage nr. 91:
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
WIJZIGING VAN EEN DRIETAL SUBSIDIE-REGELINGEN
VOOR DE AMATEURISTISCHE KUNSTBEOEFENING. (S)
De heer GIELEN: Met dit voorstel zitten we in
Breda op de goede lijn. De verenigingen in deze
sector zijn ten opzichte van verenigingen in ande
re sectoren jarenlang achtergebleven. Toch blijkt
dat eerstgenoemde verenigingen steeds meer actief
willen gaan deelnemen aan het totale culturele ge
beuren in onze stad. Ze willen zich steeds meer
presenteren, maar financieel is dit niet altijd
haalbaar. Daarom is dit voorstel toe te juichen.
We hebben kunnen constateren dat bij het college
de bereidheid bestaat om deze verenigingen te hel
pen waar dat mogelijk is.
We horen nogal eens: "Is het wel nodig deze
verenigingen meer subsidie te geven? Wat zien we
ervan en wat voor activiteiten gaan er schuil ach
ter deze kunstbeoefening?" Ik heb geprobeerd een
en ander eens na te gaan en ik ben daarbij tot de
slotsom gekomen dat er toch nogal wat gebeurt. We
kunnen hierbij denken aan het eenakterfestival, de c
groepen die zich geregeld presenteren in het mini-
theater "Achterom" en de culturele amateurmanifes-
tatie die verleden jaar heeft plaatsgevonden: een
kleine dertig groeperingen met in totaal een leden- i
bestand van circa 300 personen zijn hierbij be- c
trokken. Deze 300 personen zullen gelukkig zijn
wanneer het voorstel vanavond door de raad wordt
goedgekeurd. i
Mijn fractie kan met het voorstel meegaan, al
blijven er wel enige vragen voor ons over. In de
voorgestelde regeling is niet ten aanzien van alle
verenigingen sprake van een overlegorgaan. Ik zou c
willen vragen waarom er in het ene geval zonder
meer een overlegorgaan moet komen en in het andere
geval waarschijnlijk een overlegorgaan. 1
In de voorgestelde regeling met betrekking
tot de drumbands is sprake van instructeurs die