559
16 MAART 1978.
zal moeten worden gewijzigd.
Ik heb er geen enkele moeite mee om, zoals de
heer Hendriksen heeft gevraagd, in de commissie
van gedachten te wisselen over het B.C.A. en het
overlegorgaan. Bij alle binnengekomen reacties is
een uitvoerige brief van het B.C.A. Het Brabants
Centrum voor Amateurtoneel. Het lijkt mij goed dat
alvorens daarover wordt gediscussieerd, ook de
commissie er kennis van kan nemen.
De heer Van Asseldonk heb ik op een aantal
punten al beantwoord. Het element rivaliteit heb
ben we uitdrukkelijk willen elimineren. Ook in een
ander opzicht hebben de nu ter tafel liggende re
gelingen een volkomen ander karakter. Vroeger was
het zo dat de gemeentelijke subsidie fungeerde als
een soort sluitpost om eventuele tekorten te dek
ken, waarbij je nauwelijks van normatieve gegevens
kon uitgaan. Je was in die situatie bezig "op de
achterhand" te constateren dat er nog een "gat"
was en je af te vragen of het redelijk zou zijn
dat de gemeente dat opvuldeVolgens de nu voor
gestelde regelingen zal het aan alle besturen voor
af bekend zijn waar ze op mogen rekenen. Men weet
welke gemeentelijke subsidie te verwachten is wan
neer aan de normen wordt voldaan en men kan op
die manier een veel beter beleid uitzetten.
Ik zie geen enkel argument waarom een gezamen
lijke uitvoering in het kader van de voorwaarden
niet zou gelden. Als één koor in zaal x zingt en
een ander koor in zaal y, dan wordt er aan de
voorwaarde voldaan. Zingen ze samen in één zaal,
dan moet dat naar mijn mening voor beide verenigin
gen eveneens als een uitvoering gelden.
De kwestie van de kerkkoren zullen we nader
bekijken. Wanneer we een en ander op een rij heb
ben gezet, kan er wellicht in de commissie nog
eens van gedachten over worden gewisseld.
Ik ben reeds ingegaan op het B.C.A., een bij
zonder goed provinciaal orgaan, zij het dat niet
alle verenigingen erbij zijn aangesloten. Het
B.C.A. staat overigens open voor nieuwe vormen en