659
17 APRIL 1978.
hoofdlijnen ten volle, met als uitgangspunt dat de
parkeeropvang op deze plaats, aan het eindpunt van
een invalsweg van de binnenstad, dient te worden
gerealiseerd. Nu lees ik in de nota van P.v.d.A.
en P.P.R. dat men op deze plaats geen parkeerfunc-
tie wil hebben, maar er liever 100 sociale wo
ningbouw wenst te verwezenlijken. Hier hebben we
te maken met twee kenmerken van de besluitvorming
in de linkse fracties:
1. Men wil alleen maar sociale woningbouw
tot stand brengen. Wij daarentegen willen
bouwen voor iedereen en voor de toekomst,
opdat er in Breda een kwalitatief behoor
lijk woningbestand zal zijn en de bevol
kingsopbouw in de binnenstad een goede
differentiatie zal kennen. Op die manier
kan met hetzelfde aantal woningen een
stuk doorstromingsbeleid worden uitgevoerd
2Men vindt de parkeerfunctie niet belang
rijk
Wij achten de parkeerfunctie op deze
plaats echter van groot belang. Zonder dat
Breda hoofdstad van West-Brabant moet zijn
menen wij dat de bereikbaarheid van de
binnenstad moet worden gegarandeerd, in
verband waarmee de parkeeropvang in de di
recte omgeving van de binnenstad gelokali
seerd moet zijn. Wij beschouwen dit als
een hoofduitgangspunt.
P.v.d.A. en P.P.R. willen de parkeergelegen
heid ad hoe invullen op de militaire terreinen.
Naar mijn mening is de wethouder altijd op een weg
geweest die constructiever was dan deze weg. Wan
neer men plotseling ons fraaie groen in de binnen
stad wil volstoppen met nieuw "parkeermateriaal"
is dat een beleid waar wij niet voor kiezen.
Wij kiezen voor een beleid dat erop gericht
is de visuele negatieve aspecten van het parkeer-
gebeuren in de toekomst anders in te vullen, door
middel van garages. Mocht de auto in de toekomst
helemaal verdwijnen, dan zullen we die garages