17 APRIL 1978. 662 opgesteld. Op een neutraal moment kunnen we dan het particulier initiatief de gelegenheid geven daar zijn stedebouwkundige visie op "los te laten" Op die manier kunnen we ik wil daarmee niets ten nadele van de dienst openbare werken of de af deling stedebouw zeggen een stukje "know-how" waarover de samenleving beschikt, "inkopen", het geen ertoe kan leiden dat enkele niet alle! elementen beter zijn dan in dit project. Een waar- de-oordeel laat ik daarbij graag in het midden. Mijn fractie is van mening dat stedebouwkun dige invullingen met hun randvoorwaarden, zeker tegen de achtergrond van het wensenpakket van de burgerijaan een toetsing zouden moeten worden onderworpen. Wij vinden dat toch wel het minste wat wij als raadsleden zouden mogen vragen; wel licht moet in de toekomst op dit punt nog eens een nadere discussie worden gevoerd. Met dit alles zeg ik niets over de kwaliteit van dit project. Wellicht kunnen wij bij de proce dures, om niet al te zeer in een gefixeerde situa tie te geraken, elkaar in de toekomst op dit punt sneller vinden. Vervolgens nog een vraag. Er ligt op het ogen blik een ontwerpbestemmingsplan bij de raad. Het is goed en de linkse fracties hebben er vaak voor gepleit als de raad vroegtijdig van plan vorming op de hoogte wordt gesteld. De onderhavige gang van zaken past in dat kader, zij het dat de procedure ietwat vreemd zou kunnen worden genoemd. Hoe moeten we het basis-concept-plan zien in rela tie tot de vaststelling van het definitieve be stemmingsplan? Is hier sprake van een procedure die we in de toekomst altijd gaan volgen, wordt de raad juist in dit geval in verband met de eventue le gevoeligheid van het project vroegtijdig inge schakeld, of wordt er in verband met de realise ring van het project soms enige druk uitgeoefend? Gezien de invulling van het program met de toetsing aan het structuurplan voor de binnenstad, kunnen wij ons volledig in het voorstel vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 662