17 APRIL 1978. 664 andere manier tevreden stellen met een duidelijk plan. Hiermee komen we midden in de problemen. De heer Ten Wolde heeft zich niet voor niets afge vraagd wat we nu eigenlijk gaan vaststellen. Een ontwerp-bestemmingsplan is het niet. Wij zouden willen zeggen en zo staat het ook in onze no ta was het maar een artikel 11-plan, een vlek- kenplan in het kader van de Wet op de ruimtelijke ordening, dan hadden tenminste nog bezwaren kunnen worden ingediend. Het gaat hier echter niet om een vlekkenplan, maar om een nogal ver uitgewerkte schets, die in ieder geval verplichtend is ten op zichte van de "vlekken" die straks door "Wilma" in opdracht van de woningbouwverenigingen en voorts in het kader van "Wilma's" eigen projectontwikke lingsactiviteiten zullen worden ontwikkeld. Met andere woorden: de raad zal er straks niet meer vanaf kunnen, want als er straks eventueel nog een bestemmingsplan ter tafel komt en er worden bezwa ren ingediend, dan zal men natuurlijk de bezwaren tegen die "vlekken" wegwimpelen. Men wil immers en dat geldt zeker voor de meerderheid van de raad nu reeds belangrijke aspecten vastleggen, bijvoorbeeld het kaartbeeld, de soort van de wo ningen enzovoorts. Degenen die straks bezwaren willen indienen, waartoe zij krachtens de Wet op de ruimtelijke ordening het recht hebben, weten dus nu al dat zij van een koude kermis zullen thuiskomen. De meerderheid van de raad zal hun be zwaren van tevoren wegwimpelen, vanwege het feit dat men zich vanavond op het concept-programma heeft vastgelegd. De heer TEN WOLDE: Ik kan een heel betoog houden over wat de P.v.d.A. en de P.P.R. in de toekomst allemaal niet zouden kunnen doen. De heer Houben trekt een voorbarige conclusie als hij denkt dat wij naar aanleiding van bepaalde bezwa ren een bepaalde beslissing zullen nemen. Wij zul len tot een afweging komen, volgens de methodiek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 664