665 17 APRIL 1978. die de heer Houben zo langzamerhand van ons kent. Hij moet geen suggesties voor de toekomst wekken die op geen enkele waarheid zijn gestoeld. De heer HOUBEN: Ik vind deze opmerking van de heer Ten Wolde zeer interessant. Zojuist heeft hij ernaar geïnformeerd of de raad de stedebouwkundige invulling te zijner tijd zal kunnen toetsen aan de meningen van de bewoners. Dat is natuurlijk vol slagen onzin: die toetsing is helemaal niet in overeenstemming met het structuurplan voor de bin nenstad. Onlangs hebben we de 86 besluiten genomen en in de commissie hebben we duidelijk te horen gekregen dat het in het onderhavige geval om een uitwerking van één van die besluiten gaat en dat het hier nu maar bij moet blijven. Bovendien heeft de heer Ten Wolde niet goed geluisterd naar de heer Veelenturf, die duidelijk heeft afgegeven op de inspraak. Men moet daar dus niet te veel van verwachten. Overigens wijs ik de heer Veelenturf erop dat het St.A.R.-advies pas donderdag aanstaan de zal worden vastgesteld. De heer VEELENTURF: Ik denk dat de heer Hou ben toch ook wel weet dat na het besluit dat de raad naar ik hoop vanavond zal nemen, het college gewoon verder gaat met de voorbereiding van een bestemmingsplan, inclusief alle bestemmingsplan procedures die dan mogelijk zijn. De heer Houben moet niet zeggen dat er in de toekomst geen in spraakmogelijkheden zullen zijn. De heer HOUBEN: De heer Veelenturf heeft niet goed geluisterd in de commissievergadering. De heer VEELENTURF: Of de heer Houben niet! De heer HOUBEN: Nee, u moet maar eens luiste ren wat hij gaat zeggen! De situatie is dat heel uitdrukkelijk het risico dat "Wilma" met het ontwikkelen van deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 665