12 JANUARI 1978
57
onmogelijk worden. Het zich onthouden van politiek
in het werk van de ambtenaar vormt een steun voor
elk politiek bestuur dat aan het bewind is.
Ik heb geen oordeel gegeven over de voorstel
len van P.v.d.A./P.P.R. met betrekking tot het an
ders indelen en een ander nummering van de ver
schillende onderdelen van het preadvies. Dit lijkt
mij ook erg storend voor de samenstellers, die
hebben geprobeerd tot een logische indeling te ko
men. Overigens heb ik uiteraard geen bezwaar wan
neer de wethouder de indeling zou willen wijzigen.
De heer KOERTSHUIS: Zelden is een onderwerp
zo lang en uitvoerig in de raad en in de commissies
besproken als het geval is met het ontwikkelings
beleid in Breda. Tijdens de vele fasen van het pro
ces dat tot dit concrete voorstel aan de raad heeft
geleid, is er voortdurend overleg met het college
geweest. Fracties en college zijn volledig op de
hoogte van eikaars opvattingen, tot in de kleinste
onderdelen van het voorstel. Het is niet mijn be
doeling thans weer eens te herhalen wat zich ge
durende zes jaar in de raad heeft afgespeeld. Even
min wil ik ingaan op de onderdelen, die alle zeer
uitvoerig en zelfs op verscheidene ogenblikken aan
de orde zijn geweest. Het ontwikkelingsbeleid
krijgt vandaag in de raad zijn definitieve beslag.
Door onze fractie wordt de behandeling op dit ogen
blik gezien als een formele gebeurtenis, die zich
beperkt tot het nemen van een besluit, dat in 31
punten is uitgesplitst.
Het is voor onze fractie verheugend te con
stateren dat aan het eind van deze fase van be-
leidsvaststelling het college en de V.V.D.-fractie
volledig op één lijn zitten. Dit geldt zowel ten
aanzien van de grondgedachte of het basisprincipe
van het beleid als ten aanzien van de diverse on
derdelen van de besluitvorming. Bij de ontwikkeling
van het beleid is gebruik gemaakt van de werkzaam
heden van het provinciaal opbouworgaan Noord-Bra
bant. Dit instituut heeft door middel van het