681 17 APRIL 1978. moest worden voorkomen, gesteld dat de raad onver hoopt wat hij op 20 februari inderdaad heeft gedaan zou besluiten dat de Maxis-vestiging niet door zou gaan. Het was duidelijk de bedoeling van de gehele raad dat we, als de Maxis-vestiging inderdaad niet door zou gaan, een financieel onder bouwd plan voorhanden zouden hebben waarop we ver der zouden kunnen studeren en waarop de raad zich zelf zou tegenkomen. Dat is de bedoeling geweest ten aanzien van het Beyerd/Vlaszak-terrein, waar van ik toegeef dat het een emotioneel gegeven is. Mij is bekend dat er, zoals de heer Veelen- turf terecht heeft gezegd, haast bij de bebouwing is. Het college is druk bezig geweest te proberen een functionele invulling voor veel terreinen in de binnenstad te vinden; wij zijn daar in hoge mate in geslaagd. Natuurlijk leveren het gebied Beyerd/Vlaszak, het gebied Leuvenaarstraat/Middel- laan en de Gerardus Majellawijk nog enige proble men op. Als zodanig hebben wij haast, ook kwalita tieve haast, met de invulling van dit terrein. Nu enige reacties op concrete punten uit het betoog van de heer Veelenturf. Er moet geen mis verstand over blijven bestaan dat er in het ter tafel liggende plan 4.000 m2 uitsluitend voor cul turele en sociaal-culturele doeleinden is gereser veerd. Het is duidelijk dat hier een 50/50-situa- tie in het geding is. Enerzijds zal ongeveer 2.000 m2 van de gereserveerde oppervlakte worden ingevuld met winkels casu quo woonbebouwing aan de Boschstraatzijde, anderzijds blijkt uit bijzon dere nadere onderzoeken dat we ongeveer 2.000 m2 hard nodig zullen hebben voor uitbreiding in het sociaal-culturele vlak. Het is alleen de vraag op welke termijn die invulling tot stand kan komen. Ik begrijp waarop de heer Veelenturf doelt: als je de invulling op sociaal-cultureel terrein in tijd verbindt aan de andere invullingen we heb ben het daar in de commissie ook over gehad dan bestaat de mogelijkheid om die van elkaar los te koppelen. Men kent het antwoord vanuit het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 681