17 APRIL 1978.
686
voorgestelde besluit van de gemeenteraad zijn eigen
risico blijft houden. Ik kan mij echter voorstellen
dat zijn van die onweegbare factoren dat de
lust en de animo van "Wilma" om te participeren in
dit hele project waarin dit bedrijf mede in ver
band met de kosten van de architect waarschijnlijk
inderdaad een paar ton voor zijn rekening heeft ge
nomen wellicht wat groter worden als de raad
dit voorstel positief benadert. Dit is echter in
de commissie gezegd. Er zal een ogenblik komen
waarop we niet meer vrijblijvend met elkaar kunnen
praten, maar waarop er inderdaad contracten zullen
moeten worden gesloten. Dat ogenblik doet zich niet
vandaag en ook niet morgen voor: er zal een besluit
moeten worden genomen als de indicaties van alle
kanten duidelijk op tafel liggen. Met andere woor
den: als de raad vanavond het voorstel aanneemt,
is er morgen geen sprake van een veranderde risico
verhouding of een veranderde juridische verhouding
tussen de gemeente en "Wilma". Ik meen dat de heer
Van Asseldonk op dit punt in de commissie een vraag
heeft gesteld.
Aan de andere kant moet er ook eerlijk worden
gezegd dat er geen enkele reden is om, als dit be
sluit is genomen, overmorgen of de volgende week
tegen "Wilma" te zeggen: "Vlieg maar op en ga maar
heen, want je hebt je werk niet goed gedaan!" Ik
vind het niet juist deze kant van de zaak onbespro
ken te laten en ik wil de raad hier gewoon op wij
zen. De uitkomst van het hele samengaan in dit
avontuur is, evenals bij het samengaan met andere
particuliere ondernemers in de binnenstad op veel
plaatsen, dat wij vroeg of laat ik laat in het
midden of het college dan wel de raad dat zal moe
ten doen de beslissing zullen moeten nemen dat
een stukje vrijblijvendheid wordt ingeruild voor
een stukje contractuele verplichtheid aan elkaar.
Het is niet zo dat "Wilma" en ook dat suggereert
de heer Houben de indruk wil wekken dat er
straks niet meer over een bestemmingsplan moet wor
den "gemekkerd" en daarom met ons deze methode