687 17 APRIL 1978. kiest, omdat er al een paar ton in het hele avon tuur is verdwenen. Ik teken hier nog bij aan, dat niet "Wilma" deze methode heeft gekozen, maar dat wij dat hebben gedaan. Hierbij wil ik het ten aanzien van "Wilma" la ten. "Wilma" is wat dit betreft een bonafide part ner van de gemeente Breda en ik stel het bijzonder op prijs dat vanuit dit initiatief metterdaad wordt meegewerkt aan de operatie van een wezenlijke invulling in de binnenstad. Een ander punt dat aan de orde is geweest, is de kwestie van ontwerp-bestemmingsplan en defini tief bestemmingsplan. Het lijdt natuurlijk geen twijfel ik wil de heer Houben hierin gelijk ge ven en tegelijkertijd teleurstellen dat ook dit hele avontuur, althans in planologisch opzicht eindigt met een bestemmingsplan voor het terrein Beyerd/Vlaszak cum annexis. Bij de beoordeling van dat bestemmingsplan zal terecht worden gerefereerd aan stedebouwkundige uitgangspunten, maar het is natuurlijk wèl zo dat de discussie van vanavond aan die hele beoordeling niet wezensvreemd mag zijn. Ik geloof niet dat de vrijblijvendheid voor de raad zó ver strekt, dat we, na elkaar vanavond an derhalf uur over het gebied Beyerd/Vlaszak te heb ben beziggehouden, bij de behandeling van het be stemmingsplan kunnen doen alsof er niets aan de hand is. Er komt een bestemmingsplan, dat volgens de ordentelijke procedure zal worden gepresenteerd en dat met de direct belanghebbenden zal worden besproken. Hoewel ik niet hoop dat dat zal gebeu ren, is natuurlijk te verwachten dat er bezwaren zullen worden ingediend. Bij dat alles zal echter mijns inziens de discussie van vanavond met het werk dat tot nu toe is verzet, een bepaald accent uitmaken. Ik vind het eerlijk dit zo te zeggen. De heren Houben en Crul hebben bezwaren in gebracht tegen de inspraakprocedure, waarop ik naar ik meen al voldoende heb gereageerd. De heer HOUBEN: Komt dat bestemmingsplan nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 687