689
17 APRIL 1978.
financiële consequenties, uitgaande van de sanering
van het grondbedrijf B, in relatie tot drie concre
te woningbouwprojecten in de binnenstad van Breda,
te weten Beyerd/Vlaszak, Gerardus Majellawijk en
Leuvenaarstraat/Middellaan. Laten we in vredesnaam
niet de pretentie hebben dat we in juni met een
totaal onderbouwd woningbouwprogramma voor de bin
nenstad komen. Ik meen dit met nadruk te moeten
blijven zeggen, enerzijds om de verwachtingen niet
al te hoog gespannen te laten zijn, anderzijds om
geen dingen aan iets op te hangen waarin men straks
dan teleurgesteld zal worden.
De heer Houben heeft gevraagd hoe de verdeling
van de woningen uit de lucht is komen vallen, een
vraag die ik mij kan voorstellen. Welnu, we kijken,
ik zou bijna zeggen met een links oog naar het re
gionaal woningmarktonderzoek, we kijken dat mag
men best weten met een rechts oog naar de ex
ploitatie-opzet van het gehele gebied. Met beide
ogen open en gericht op het totale probleem kom je
dan tot een verdeling van woningen, die inderdaad
in hoge mate is beïnvloed door een differentiatie
die naar onze mening in de binnenstad een welkome
aanvulling vormt. Het is ongewenst dat er in wat
voor sector dan ook een eenzijdige invulling tot
stand komt. Gestreefd wordt naar een mêlee van
functies op het betrokken terrein, in relatie tot
een haalbare financiële opzet. Het is niet uitge
sloten dat een eventueel voordelig exploitatiesaldo
van 800.000,ten onrechte werd een bedrag
van 1 miljoen genoemd kan worden gebruikt op
andere punten, die naar mijn mening wel eens brand
haarden zouden kunnen zijn ter zake van grondprij
zen in het kader van het verwezenlijken van wat we
gezamenlijk willen. Ik vind dit een ordentelijk
uitgangspunt waarvoor we ons niet hoeven te scha
men en waarvoor ik mijn kop ook niet in het zand
wil steken.
100 Sociale woningbouw is technisch mogelijk,
maar ik heb er twee bezwaren tegen. In de eerste
plaats houden we dan geen 800.000,op dit