693
17 APRIL 1978.
makingen op tafel mag leggen als hij reële zeker
heid heeft. Hij moet geen veronderstellingen in de
richting van de bevolking sturen, want dat noem ik
het verschaffen van verkeerde informatie.
De heer HOUBEN: Ik zou volgens de heren Ten
Wolde en Van Dun opmerkingen over "Wilma" hebben
gemaakt, maar, als ik ze heb gemaakt, zijn ze niet
zozeer op "Wilma" gericht als wel op degenen die
"Wilma" hier toch weer vrij baan hebben gegeven,
zoals ze dat ook hebben gedaan bij de Haagse Beem
den, waarbij eveneens een ladeplan op tafel kwam.
Ik kan mij niet voorstellen dat ik verdachtmakingen
ten aanzien van "Wilma" heb laten horen. "Wilma"
is een projectontwikkelaar en heeft duidelijke com
merciële belangen. Het is goed om dat vast te stel
len, maar ik heb het over een procedure waarmee de
raad vanavond waarschijnlijk in meerderheid akkoord
gaat en waarbij de risico's voor "Wilma" worden
verminderd. Ik kan mij voorstellen dat anderen daar
een andere opvatting over hebben, maar dit is geen
verdachtmaking aan het adres van "Wilma", het is
een opmerking, bedoeld voor C.D.A. en V.V.D. en in
houdend dat deze de mogelijkheden voor "Wilma" ver
groten, terwijl ze de mogelijkheden voor de inspre-
kenden verkleinen. Natuurlijk maakt dat morgen
niets uit, maar overmorgen gaat de heer De Jong
verder tekenen en de dag daarna heeft hij nog meer
getekend; langzamerhand komen dan de contracten in
het vizier en, zoals de wethouder heeft gezegd, het
is erg moeilijk de zaak in dat stadium nog onge
daan te maken.
De heer VEELENTURF: Ik zou de heer Houben wil
len verwijzen naar bladzijde 9 van de notulen van
de commissie voor ruimtelijke ordening. Deze notu
len zijn nog niet goedgekeurd, maar als de heer
Houben het er niet mee eens is, horen we dat in de
commissie wel. In deze notulen kan de heer Houben
lezen wat er is gezegd door de ambtenaren over de
positie van "Wilma" en over de positie van de