60 12 JANUARI 1978 aanzien van de woorden "gelet op het advies van de commissies in het concept-besluit dat in alle gevallen waarin de stemmen hebben gestaakt dat gebeurde bij elf besluitonderdelen de V.V.D.-fractie positief heeft geadviseerd. Tot slot willen wij van alle door ons gemaak te kanttekeningen er één hier in de raad herhalen. Bij het in de praktijk brengen van het welzijns beleid zal heel expliciet gewaakt moeten worden voor de neiging, bewust dan wel onbewust, tot het creëren van een te overheersende bevoogdende of bepalende rol van de gemeentelijke overheid. Wethouder DE RAAFF: Ik heb me de afgelopen dagen suf lopen prakkizeren over de vraag hoe ik vanavond zou gaan antwoorden. Ik moet bekennen dat ik er niet uitgekomen ben, maar ik sta er toch voor het te doen. Enigszins verontschuldigd voel ik me door de vergelijking waarmee de heer Hen- driksen zijn betoog is begonnen. Hij wilde iemand in het college vergelijken met een jongetje dat vijf jaar wil doen over een school die zes jaar duurt; mij vergeleek hij met een jongetje dat zes jaar naar school zou moeten gaan maar er tien jaar over doet. Dan is het toch waar dat ik zelf in een achterstandsituatie verkeer.' Overigens heeft de heer Oomen erop gewezen dat de heer America niet heeft geweten wat hij losmaakte toen hij in 1972 het begrip ter sprake bracht dat toen nog werd aangeduid met het woord "ontwikkelingsfunctie". Ik geloof dat de heer Oomen daar gelijk in heeft, waaruit blijkt dat het toch gevaarlijk is te luisteren naar sociologen! Aan de andere kant heb ik ooit eens een col lege gevolgd van prof. Weve in Tilburg. Deze wijs geer dat is misschien alweer vijfendertig jaar geleden beweerde dat men er rekening mee moet houden dat het altijd vijftig jaar duurt voordat een goed idee uit een wijsgerig hoofd gemeengoed geworden is zodat het ook toepassing vindt. Ik meen dan ook dat men er niet al te negatief over moet oordelen dat wij inderdaad verscheidene jaren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 60