703
17 APRIL 1978.
tafel te leggen.
Wij zijn des te treuriger over juist dit ge
bied, omdat we vooral dit gebied als een desolaat
stuk binnenstad hebben betiteld, terwijl herhaalde
malen is toegezegd dat het bestemmingsplan op komst
was. Veelvuldig is betoogd dat wij niet van die
vervelende opmerkingen moesten maken in de richting
van het C.D.A./V.V.D.-college: men was wel degelijk
druk bezig en het bestemmingsplan zou binnen afzien
bare tijd ter tafel komen. De laatste toezegging
dateert van verleden jaar en hield in dat het be
stemmingsplan in de tweede helft van 1977 zou ko
men. Welnu, het bestemmingsplan is er nog steeds
niet en we moeten nu, vooruitlopend op het bestem
mingsplan, ten gerieve van een projectontwikkelaar
een voorbereidingsbesluit gaan nemen, waaraan
straks een artikel 19-procedure zal worden verbon
den.
Al met al is de situatie erg treurig. Daar
komt nog bij dat de huidige bewoners van de Leuve
naarstraat zich enorm aangetast voelen in hun
rechtszekerheid. Zij kunnen niet reageren op een
bestemmingsplan, omdat dat er nog niet is. Boven
dien zijn zij bij de opstelling van het plan voor
het Kwatta-terrein niet betrokken en zelfs al zou
dat wel zijn gebeurd, dan is het natuurlijk voor
deze bejaarde mensen onmogelijk om flatjes van
150.000,tot 250.000,per stuk te kopen.
Het plan heeft wat dat betreft voor de huidige be
woners weinig aantrekkelijks.
Er is veel tijd voorbijgegaan en aan de raad
is steeds verzekerd dat het bestemmingsplan snel
aan de orde zou komen, wat wij op onze beurt aan
de bewoners hebben doorgegeven. De betrokkenen wo
nen nu al jarenlang in de troep; hun woningen wor
den nauwelijks onderhouden; alleen als het erg lekt,
wordt er iets aan gedaan, maar overigens is er
sprake van een kommervolle huisvestingssituatie
voor deze bejaarden.
Daar komt bij ik keer terug naar de rechts
zekerheid dat het mogelijk is dat de glashandel