17 APRIL 1978.
706
geweest, waarin we hebben gemerkt dat het allemaal
werkelijk niet zo gemakkelijk is.
Als men het vanavond ter tafel liggende plan
vastkoppelt aan de moeilijkheden die we met betrek
king tot het gehele gebied hebben, dan vind ik dat
niet juist. Het onderhavige project staat, zoals
ik aan het adres van de heer Goos heb gezegd, in
een goede verhouding tot de totale planvorming en
is rijp voor uitvoering. Men moet ons niet verwij
ten dat wij iets ten gerieve van een projectontwik
keiaar doen. De situatie is in dit geval trouwens
anders dan in het geval van het gebied Beyerd/Vlas
zak: het gaat hier om een particulier terrein van
Kwatta, verkocht aan Nomijlaatstgenoemde heeft
in overleg met de gemeente een plan opgesteld, dat
positief is beoordeeld door de welstandscommissie.
Het is in mijn ogen onmogelijk daar dan weer een
rem op te zetten en op het totale plan te wachten.
Ik ben gewoon blij dat we weer een positieve bij
drage kunnen leveren tot bebouwing van de binnen
stad met woningen, zij het dan voor een bepaalde
categorie
Hierbij wil ik het laten, omdat ik denk dat
verdergaande discussie met de heer Houben niet zin
vol zou zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten, onder aantekening dat de heren Hou
ben en Oomen, mevrouw Muntjewerff-van den Hul, de
heren Dreef, Paquay, Van Veggel, Welschen en Crul
geacht willen worden te hebben tegengestemd.
De VOORZITTER: Dames en heren. Evenals waar
schijnlijk velen van u, heb ik erop gerekend dat
omstreeks dit uur van de dag de vergadering zou
kunnen worden beëindigd. Dat is echter niet het ge
val. Ik stel u voor nu eerst te pauzeren. Na de
pauze zal de heer Broeders het voorzitterschap
voor zijn rekening nemen. Ik schors de vergadering