17 APRIL 1978. 714 aantekenen In de gegeven situatie, die in het voorstel wordt geschetst, is het naar de mening van onze fractie dringend gewenst dat het onderzoek zo snel mogelijk wordt afgerond en de resultaten ter kennis van de raad worden gebracht. Ik doel dan op de bij stelling van de prognoses voor de Haagse Beemden. In verband met het spoedeisende karakter willen wij het college vragen ernaar te streven dat de voortgang met het onderzoek zo groot mogelijk is. In de toelichting op het voorstel wordt mede gedeeld dat bij de ontwikkeling van de Haagse Beemden een achterstand in de bebouwing is ontstaan die doorwerkt in de financiële mogelijkheden zoals neergelegd in de meerjarenbegroting. We verkeren pas in de beginfase van de ontwikkeling van het ge bied en het is dan ook de vraag of het college nog mogelijkheden ziet om door een versnelling van de bouw de achterstand in te lopen. De achterstand is wellicht ontstaan door formele en technische proce dures. Aan het slot van het voorstel schrijft het college dat de berekende capaciteit ten aanzien van de gekoppelde budgetten een goed uitgangspunt vormt voor de opzet van de meerjarenbegroting. Wij kunnen deze opmerking onderschrijven, doch wij kun nen niet nalaten hier déze "mits" aan te verbinden dat de enige juiste weg naar een goede afloop naar onze mening wordt gevormd door het in acht nemen van de grootste terughoudendheid bij het opstellen van de afzonderlijke begrotingen. Er zijn in dit verband twee elementen van be lang. Door versnelde bouw in de Haagse Beemden ont staat een inloopmogelijkheid, een uitgangspunt dat ook bij het formuleren van de financiële "mits" voor de Haagse Beemden een sleutelpositie innam. Daarnaast kan op deze wijze aan de woningbehoefte in deze stad worden voldaan. Deze elementen moeten we in het oog houden, willen wij enigszins een goe de afloop in het vizier krijgen. Naar onze mening komt de waarschuwing tijdig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 714