721
17 APRIL 1978.
ten behoeve van de gemeenschap te besteden. Dit
uitgangspunt wordt door het college gehanteerd en
we staan er voorlopig nog volledig achter. Boven
dien zou het ontzaglijke problemen opleveren, als
je deze situatie zou veranderen.
Op de post onderbezetting personeel wil ik
thans niet diep ingaan. Zoals men weet gaat het
hier niet om een onderbezetting, maar om een tegen-
raming met het oog op situaties waarin een ambte
naar vertrekt en diens stoel tijdens de sollicita
tieprocedure een tijd lang niet bezet is. Wij ra
men de volledige bezetting voor alle ambtenaren in
het gemeentelijk bestel en wij rekenen erop dat de
praktijk uitwijst dat er in een zo groot apparaat
altijd mensen vertrekken, in verband met promotie
naar een andere gemeente of om andere redenen. In
die situatie laat de bezetting van de lege stoel
altijd even op zich wachten.
Ik heb inderdaad gezegd dat elk jaar opnieuw
de bepaling van het gebruik van de beschikbare
ruimte een open zaak is. Daarop moeten trouwens
wèl enige beperkingen worden aangebracht. Je hebt
immers te maken met verplichtingen bijvoorbeeld
omdat de raad bepaalde rechtsgeldige beslissingen
heeft genomen. Ook dient te worden uitgegaan van
de kapitaallasten. Natuurlijk kun je de gebouwen
eventueel afstoten, maar ook dat is een proces dat
niet in één achternamiddag zijn beslag kan krijgen.
Voorts hangen met het personeelsbestand nogal lang
doorlopende lasten samen, maar voor de rest en
dan heb je niet zo heel veel speelruimte is de
besteding een open zaak. Wèl heeft de meerderheid
van de raad indicaties kenbaar gemaakt ten aanzien
van de bestemmingen die aan het geld zouden moeten
worden gegeven. Het is op basis daarvan dat dit
college nu voorstelt het budget op deze wijze te
verdelen. Daarbij is het niet de bedoeling de raad
buiten spel te zetten. Integendeel: bij de instruc
tie die is uitgegaan gelden de volgende principes.
- De mogelijkheid bestaat dat oude activiteiten
door nieuwe worden vervangen. Als men binnen een