725 17 APRIL 1978. kennis van zouden nemen. We zouden daar bij discus sies over financiële stukken allen ons voordeel kunnen doen, te meer daar, zoals ook de heer Pee- ters heeft gezegd, de gereedschappen waarmee moet worden gewerkt, in de nota goed zijn geëtaleerd. De opzet voor nieuw beleid heb ik naar ik meen al duidelijk gesignaleerd. We moeten daarbij in het oog houden dat in de verleden jaar vastgestel de meerjarenbegroting reeds indicaties voor dat nieuwe beleid zijn gegeven. Het gaat daarbij om nieuw beleid dat in de onderscheidene jaren succes sievelijk aan bod zal komen, met andere woorden: nieuw beleid vooraf gezien. Voor de raad is ik neem daar geen woord van terug de mogelijkheid aanwezig om veranderingen aan te brengen op grond van nieuwe ontwikkelingen, nieuwe inzichten en eventueel nieuwe verhoudingen. In de meerjarenbegroting zijn de prioriteiten wel vastgesteld, maar niet zó hard, dat zij onge wijzigd zouden moeten blijven. Op bladzijde 9 schrijven wij dat wij bij de voorbereiding uiter aard uitgaan van hetgeen de raad naar aanleiding van de meerjarenbegroting heeft beslist, maar dat dat geen onaantastbaar gegeven mag zijn. De signa lering zal duidelijk moeten zijn en de wisseling zal mogelijk moeten blijven. Op enkele opmerkingen van de heer Ten Wolde ben ik naar ik meen al ingegaan. Wij hebben inder daad getracht de mogelijkheden en onmogelijkheden zo goed mogelijk aan de raad te etaleren. Natuur lijk zullen we elk jaar opnieuw moeten nagaan of een en ander nog klopt en of bijsturing noodzake lijk is, in welke zin dan ook. Ik hoop dat óók nog eens het ogenblik komt waarop de situatie wat ge makkelijker is, maar ik moet bekennen dat de prog nose mijnerzijds daaromtrent voor de eerste jaren niet erg hoopvol is. Ik geloof dat we er eerder rekening mee moeten houden dat het nog wel wat moeilijker kan worden. Versnelling van de ontwikkeling van de Haag se Beemden zou financieel gezien van betekenis

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 725