727
17 APRIL 1978.
De heer CRUL: Ik wil graag een stemverklaring
afleggen. In eerste instantie en tijdens interrup
tiedebatten is wel duidelijk geworden dat wij be
zwaren hebben tegen de wijze waarop de capaciteits
berekening tot stand komt. Daarnaast dat hebt u
ook duidelijk onderstreept vinden wij onze voor
stellen niet terug in de budgetverdeling. Op grond
daarvan zijn wij tegen het voorstel.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige
leden van de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. zich
tegen het voorstel wensen uit te spreken. Overigens
ben ik benieuwd nog eens van de heer Crul te ver
nemen waarom de berekening van de budgettaire ca
paciteit zijn instemming niet kan hebben. Ik heb
daarvoor namelijk ook vanavond geen enkel argument
gehoord, behalve dan dat naar de mening van de
heer Crul de winst van het ENWA-bedrijf niet tot
de budgettaire capaciteit zou mogen worden gere
kend.
De heer CRUL: Ik wil de argumenten die ik heb
genoemd, wel herhalen. Het eerste argument betreft
de personeelsbezetting. Voorts ik weet overigens
niet of je bij een stemverklaring nog kunt discus
siëren! hebben wij wel degelijk steeds betoogd
dat je met de bevolkingsprognoses zeer voorzichtig
moet zijn en dat er op deze wijze een financiële
onderbouw tot stand komt die onjuist is en niet
hard genoeg.
De VOORZITTER: We zullen er naar ik meen nog
wel eens op terugkomen. Overigens wil ik er ter
voorkoming van misverstanden nog op wijzen dat de
personeelsbezetting geen kwestie van capaciteit
maar een kwestie van uitgaven is. Er was trouwens
al nagenoeg een besluit genomen. Ik ben zelf een
beetje buiten de orde en ik corrigeer mijzelf als
voorzitter van dit gezelschap.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna