12 JANUARI 1978
63
Dit brengt mij al enigszins op mijn kantteke
ningen bij de diverse amendementen. Het is heel
duidelijk de heer Hendriksen heeft het gezegd
dat het stuk met betrekking tot het ontwikke
lingsbeleid dat thans ter tafel ligt, niet datgene
is wat de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. zouden
willen. Ik ben het volkomen met hem eens dat hij
duidelijk iets anders en iets meer wil dan ik. Nu
zijn er twee mogelijkheden om de opmerkingen die
over de amendementen van de federatie zijn gemaakt,
te behandelen. Er zijn drie sprekers geweest van
wie ieder een groep voor zijn rekening heeft geno
men; het is ook mogelijk de amendementen in volg
orde van nummering te bespreken. Ik weet niet of
het erg zinvol is, maar het moet toch in ieder ge
val duidelijk zijn hoe het college over de amende
menten denkt. Die mening is overigens ook reeds
eerder naar voren gebracht; we zullen er echter
niet onderuit kunnen op de amendementen in te gaan.
De heer Hendriksen is begonnen en geëindigd
met een toelichting op de motie, waarop ik aller
eerst zou willen ingaan. De gehele motie, tot de
laatste zinsnede toe, kan ik van harte onderschrij
ven. Het belangrijkste lijkt mij het verzoek aan
het college "de bereidheid uit te spreken het ge
meentelijk welzijnsbeleid in een samenhangend en
integraal beleidsplan uit te werken". Het is zie
lig dat we het op bepaalde punten eens zijn, maar
het toch via een motie of andere standpuntbepaling
niet eens kunnen worden. Ook het college wil naar
een samenhangend en integraal beleidsplan en ik
denk dat de gehele raad daarvóór is. Het gaat ech
ter om de weg waarlangs je daartoe probeert te ko
men. De wegen die men wenst te kiezen zijn ver
schillend, gelijk meer voorkomt in de politiek.
Het is onmogelijk om, zoals in de motie wordt ge
vraagd, "een eerste globale uitwerking hiervan aan
de raadskommissies en de raad ter diskussie aan te
bieden vóór 1 augustus 1978." Dat zou trouwens ook
neerkomen op een andere procedure dan wij met el
kaar overeengekomen zijn. Er zijn op het ogenblik