11 MEI 1978 756 en in staat moet zijn zelf een belangrijk deel van het budget, nodig om de arbeid te verrichten, te verwerven. Wij zouden het niet goed vinden die prik kel door een hogere subsidie weg te nemen. Boven dien zijn wij ons zeer wel bewust van hetgeen wij ook in de bijlage hebben kunnen lezen, namelijk dat het mede door de subsidiëring mogelijk is ge weest de pensioenen van een aantal mensen veilig te stellen voor de toekomst. Dat is een goede zaak die op een eerder genomen besluit is gebaseerd. Het geeft ook een stuk sociale zekerheid met be trekking tot de werkgelegenheid van het betrokken personeel en nu is ook de mogelijkheid aanwezig enige reserve te kweken, voor het geval men te zij ner tijd naar een andere huisvesting zou moeten om zien. Om die reden kan de fractie het geheel met uw visie eens zijn en stemt zij gaarne met uw voorstel in. Terecht merkt u op dat wij, zo daar aanleiding toe bestaat, bereid zijn in de tweede helft van 1979 op basis van de dan beschikbare jaarrekeningen opnieuw naar dit aspect van de aan gelegenheid te kijken. De heer DREEF: Tijdens de commissievergadering heeft onze fractie zich van advies onthouden, maar op grond van nader beraad zou ik naar aanleiding van uw preadvies nog het volgende willen opmerken. In de jaren 1976 en 1977 is door onze federatie om een beleidsnota van uw college gevraagd met be trekking tot uw visie op de V.V.V. en de relatie tussen de subsidieverstrekking en de verantwoor ding daarvan. Iedere keer is toegezegd dat er een beleidsnota zou komen, maar wat zien wij als resul taat? Een notitie van december 1976 waarin een stukje geschiedenis wordt verstrekt met een inven tarisatie van activiteiten. Wat men verder wil is kort vermeld, maar niet duidelijk beargumenteerd. Een personeelsverslag is er helemaal niet, terwijl daar toch al gedurende twee jaar door ons om is gevraagd. Als de V.V.V. een forse subsidie vraagt van zo'n 450.000,a f. 460.000,en die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 756