66 12 JANUARI 1978 "ontwikkelingsbeleid" in die omschrijving ach ten wij een ontwikkelingsbeleid noodzakelijk volledig wegpoetsen en er iets heel anders van maken, namelijk een "politiek verhaal". Wij zijn van mening dat de ontwikkeling in de maatschappij op zichzelf niet politiek is; alleen de aanpak en de beïnvloeding van die ontwikkeling hebben met politiek te maken. Een ontwikkelingsbeleid vatten wij niet op als een samenhangend geheel van poli tieke voorstellen. Het is, zoals wij het hebben geformuleerd, een methode van beleidsvoering, een kwalificatie van de wijze waarop het beleid ge stalte krijgt. Ik verwijs in dit verband naar blz. 6 van het preadvies. Dit preadvies heeft niet het karakter van een beleidsprogramma. Het gaat niet om doelstellingen maar om het aangeven van de wij ze waarop een welzijnsbeleid op gang kan worden gebracht. Amendement 4 is gericht op speciale aandacht voor groepen in achterstandsituaties, een punt waar een aantal malen op wordt teruggekomen. Wij vinden dat dit dubbelop is. Men moet die opvatting niet telkens herhalen. De aandacht voor achter standsituaties loopt door ons gehele beleid heen en we hebben dit als uitgangspunt in voorstel nr. 3 bij de algemene intentieverklaringen opgenomen. Wij vinden dat men er eens mee moet ophouden voort durend over de achterstandsituaties te praten. Dat betekent niets en het irriteert anderen, die er wèl iets aan doen, zelfs veel. Het wekt de indruk van monopolisering. Iets drie keer in plaats van één keer zeggen betekent niet dat de herhalers dan ook meer doen dan de anderen. Voor amendement 5 geldt hetzelfde als voor amendement 4. Volgens amendement 6 wil de federatie van fracties P.v.d.A./P.P.R. voorstel 5 verplaatsen naar groep IV. Wij vinden dat hier veel meer een algemene intentieverklaring in het geding is dan een concreet standpunt; de heer Oomen is precies de tegenovergestelde opvatting toegedaan. Men kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 66