11 MEI 1978 778 van het sociaal-cultureel en educatief plan zullen kunnen komen. De heer VAN ASSELDONK: Met uw toestemming zou ik dit voorstel met het volgende willen verbinden. De bestuurscommissie krijgt dan straks wel het be heer over dit pand, maar dat neemt niet weg dat er, hoewel die bestuurscommissie altijd vrij onafhanke lijk mag opereren, een claim ligt De heer VISSER: Vindt u het goed, voorzitter, dat deze twee punten aan elkaar worden gekoppeld? De VOORZITTER: Neen, neen, wij bespreken eerst de kwestie van de Beyerd en komen straks bij agendapunt 26 terecht. Dat agendapunt komt natuur lijk apart aan de orde. De heer VAN ASSELDONK: Deze voorstellen heb ben dus een nauwe relatie, gewoon omdat de bestuurs commissie van de Beyerd niet zo maar kan doen wat zij wil. Zij is namelijk verplicht enerzijds een gedeelte van het complex af te staan aan de Vrou wenraad en anderzijds een gedeelte van het complex permanent aan het Vrouwenhuis ter beschikking te stellen. Deze verenigingen worden door middel van het volgende voorstel met betrekking tot de subsi dieverlening hopelijk in de gelegenheid gesteld daar gebruik van te maken. Wanneer dit voorstel wordt aangenomen kan de Vrouwenraad doorgaan met het verlenen van service aan de aangesloten ver enigingen, die sinds ver vóór de oorlog de spits op het gebied van vorming en cursussen hebben af gebeten. Ook het Vrouwenhuis kan dan doorgaan met zijn activiteiten, die soms parallel lopen met die van de Vrouwenraad en soms ook meer zijn toege spitst. In de commissievergadering heb ik reeds mijn visie gegeven op hetgeen door de actiegroep Vrouw en Kind is gevraagd. Het pand komt dan wel ter be schikking van het Vrouwenhuis, maar men heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 778